Een CPBW is verplicht voor elke privébedrijf dat gewoonlijk gemiddeld 50 werknemers per technische bedrijfseenheid tewerkstelt (Welzijnswet, art. 49). Codex II.7 bepaalt de opdrachten en de werking van het CPBW.
Het CPBW is samengesteld uit leden van de hiërarchische lijn en vertegenwoordigers van de werknemers (verkozen in de sociale verkiezingen). De verkozen werknemers zijn in de praktijk meestal vakbondsvertegenwoordigers, die binnen het CPBW de belangen van alle werknemers moeten verdedigen. De interne dienst PBW is secretaris van het CPBW.
De taak van het CPBW is actief bij te dragen tot de verbetering van het welzijn van de werknemers op de werkvloer. Het CPBW adviseert en doet voorstellen om het welzijnsbeleid zo goed mogelijk af te stemmen op de risico’s binnen de onderneming om onder meer arbeidsongevallen te voorkomen.
De adviezen behandelen onder andere:
- Voorstellen, maatregelen en middelen die gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers.
- Maatregelen om het werk aan te passen aan de mens.
- Keuze, aankoop, onderhoud en gebruik van arbeidsmiddelen, collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen.
- Elementen van de arbeidsorganisatie, -inhoud en -voorwaarden.
- De arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico's op het werk.
- Werkpostfiches.
- De maatregelen in een omstandig verslag bij een ernstig arbeidsongeval.
In bepaalde gevallen moet het CPBW zijn voorafgaand akkoord geven (bijvoorbeeld bij de aanstelling of vervanging van de interne preventieadviseur, de minimumduur van de prestaties van de interne preventieadviseur).
Het CPBW heeft ook een rol bij de uitvoering van de maatregelen in verband met het onthaal van de werknemers, de informatie en de opleiding op vlak van preventie en bescherming op het werk.
De arbeidsarts die deel uitmaakt van de interne dienst PBW, neemt deel aan de vergaderingen van het CPBW. De preventieadviseurs van de externe dienst PBW (bijvoorbeeld arbeidsarts, ergonoom, preventieadviseur psychosociale aspecten …) nemen deel aan de vergaderingen wanneer er op de agenda een punt staat dat behoort tot hun bijzondere bevoegdheid. Meer bepaald bij de bespreking van het globaal preventieplan, het jaaractieplan en het medisch jaarverslag.